Na het einde van de Tweede Wereldoorlog werd een aantal ex US-Army Whitcomb type 65-DE-19A locomotieven vanuit een legerdump bij Parijs verkocht. De NS kocht twintig exemplaren die in 1946 in Nederland arriveerden. Eén werd onderdelenleverancier en de overige kregen de nummers NS 601-619. De reden dat men deze locomotieven de nummers in de 600 reeks toebedeeld had was dat de twee Buda motoren bij elkaar een vermogen van 600 pk leverden. In 1946-1947 werden er elf in dienst gesteld en in het volgende jaar nog eens zeven. De groen geschilderde locs werden vanuit depot Zwolle ingezet voor goederentreinen in het oosten des lands. Ze waren vanaf 1946 actief in het vervoer van olietreinen van Schoonebeek naar Zwolle, maar doordat de olietreinen steeds zwaarder werden werd deze taak vanaf 1947 tijdelijk overgenomen door stoomloc’s uit de serie NS 3400. Vanaf 1953 werden de olietreinen opnieuw door deze serie gereden, maar nu door twee locs. Omdat de 2000-en niet beschikten over een installatie voor treinschakeling gebeurde dat in voorspan, waarbij iedere loc door een machinist werd bediend.
Omdat er veel problemen waren met defecte motoren werden deze vervangen door nieuwe motoren. In 1953 werden er Thomassen-motoren van een ontwerp uit 1940 ingebouwd. Door deze verbouwing werden de locs na zeven jaar in NS 2001-2018 vernummerd, de 19e overgebleven loc werd afgevoerd.
In 1955 verhuisden de locomotieven naar depot Amsterdam Watergraafsmeer. Toen er enkele jaren later voldoende nieuwe 2200’en beschikbaar waren werden de 2000’en tussen 1958 en 1960 geleidelijk afgevoerd.
Model
Het handvervaardigde messing model van de NS 2004 is voorzien van filigrane detaillering, fine scale wielen, verende buffers, modelschroefkoppelingen