In de jaren 1950 besloten de Nederlandse Spoorwegen NS dat de stoomtractie binnen enkele jaren vervangen diende te worden en dat de laatste stoomlocomotief in 1958 terzijde gesteld moest worden. Met name de dieselelektrische locomotieven van de series 2400 en 2200 staan symbool voor deze tijd van tractiewijziging. De locomotieven van de serie 2400 moesten van een beproefde constructie zijn en werden besteld bij de Franse fabrikant Alsthom, die reeds soortgelijke locomotieven had geleverd. Van serie 2400 met een topsnelheid van 80 km/u werden vanaf 1954 in totaal 130 locomotieven in dienst gesteld.
De eerste locomotieven waren nog tot 1956 in een hemelsblauwe kleur. De overige locomotieven kregen al af fabriek een roodbruine kleurstelling en bezaten grote nummerschilden op de fronten en kleinere locschilden op de zijkanten van de cabine. Vanaf 1971 werden de machines in de geel/grijze huisstijlkleuren van de NS geschilderd. De locomotieven werden hoofdzakelijk in het noorden van het land ingezet. Aanvankelijk als trekkracht voor passagierstreinen. Later, op een paar uitzonderingen na, was de inzet vooral in het goederenverkeer. Sommige machines waren ook in Eindhoven en Amsterdam Watergraafsmeer gestationeerd. De locomotieven konden in multiple tractie rijden, vanaf 1970 werden drie locomotieven de standaard.
Enkele 2400‘n werden na ongevallen of bedrijfsschade ter zijde gesteld, Vanaf 1982 werden ook onbeschadigde locomotieven gesloopt, de inzet van de serie eindigde definitief in 1991. Vijftig loc‘s gingen tussen 1990 en 1992 naar de SNCF voor de bouw van de hoge snelheidslijnen. Hier werden zij omgenummerd naar 62400 en 62500.
Bron: Wikipedia
Model
Het handvervaardigde messing model van de geel/grijze NS 2432 is voorzien van fine scale wielen, werkende modelschroefkoppelingen, verende buffers, met de rijrichting wisselende front-/sluitverlichting en werkende rode zwaailichten.
